Inleiding
Deze soort is nog behoorlijk nieuw in de handel, en op het internet.
Door deze beschrijving wil ik zorgen voor wat beschikbare informatie.
Achtergrond
Uitleg van de wetenschappelijke naam
Apistos = Grieks voor onbetrouwbaar, gramma = lijn, streep
Roca = ?
Eterna = ?
Beschrijver van de vis
–
Familie, orde en klasse
Familie: Cichlidae (Cichliden)
Orde: Perciformes (baarsachigen)
Klasse: Actinopterygii (straalvinnigen)
Vindplaats
Zuid-Amerika, Peru.
Waterwaarden
pH: 5 – 6,5
GH: 0 – 5
Temperatuur: 25 – 28 graden
Grootte
Mannen worden ruim 10 cm, vrouwen blijven rond de 5 cm.
Uiterlijke kenmerken
De man van deze soort heeft een grijs/beige grondkleur met daarop een prachtige blauwe kleur.
Aan beide zijden van de kop hebben de vissen een aantal rode schubben. De vinnen zijn geel gekleurd.
De vrouw heeft een gele grondkleur met daarop een aantal zwarte ‘blokjes’ in één horizontale lijn.
Geslachtsonderscheid
Gemakkelijk te zien, mannen hebben een veel langere aars- en rugvin. Ook heeft de vrouw een volledig ronde staartvin, terwijl de man meer een vierkante vin heeft.
Bij volwassen dieren zijn de vissen goed te onderscheiden w.b.t. kleur (zie 2.8).
Bouw van de vis
Een behoorlijk hoog gebouwde soort. Mannen zijn hoger dan vrouwen.
Gevoeligheid voor bepaalde ziekten of stoffen
–
Algemeen gedrag
Territoriale soort, zowel binnen als buiten de paartijd.
Vooral tegen over andere Cichliden kunnen ze erg fel uit de hoek komen.
Gedrag in relatie tot soortgenoten
Zeer vredelievend, hoe dat zit met hetzelfde geslacht weet ik helaas niet.
Gedrag in relatie tot voedsel
Tijdens het voeren zullen de vissen minder territoriaal zijn, maar nog steeds andere Cichliden verjagen.
Wanneer je deze vissen bij drukke medebewoners plaatst, is de kans aanwezig dat de Apistogramma’s niet genoeg voedsel te pakken krijgen. Zorg dus dat er voldoende op de bodem terecht komt.
Voedselbehoefte van nature
Dierlijk voedsel, garnaaltjes, muggenlarven, zeer kleine visjes enz.
Voedsel in aquaria
Droogvoer, levend voer en diepvriesvoer (artemia, daphnia, zwarte muggenlarven, mysis e.d.).
Kweek
Zeer gemakkelijk, zelfs bij vrij neutrale waterwaarden (pH 7, GH 5) zijn ze te kweken. Een lage pH en GH is waarschijnlijk succesvoller.
Na een hoop gepronk (kan weken doorgaan) zal de vrouw het mannetje naar een hol lokken en de eieren tegen het ‘plafond’ afzetten. Na ± 8 dagen zullen de jonge visjes onder begeleiding van de moeder door de bak zwemmen.
Andere vissen worden met veel geweld verjaagd (binnen een straal van ongeveer 20 cm), de man kan gewoon in de bak blijven.
Opkweken van jongbroed
–
Conclusie
Een mooie en makkelijk te kweken vis. Helaas wel een territoriale soort, zorg dus voor een ruim aquarium (minimaal 1 meter, met andere Cichliden bij voorkeur een aquarium van 150 cm)!
De vissen zijn goed als koppel te houden.
Links
http://apisto.sites.no
Auteur
René
Copyright foto’s
René
