Telmatochromis vittatus “Shell”

Telmatochromis vittatus “Shell”

Telmatochromis Vittatus “Shell” is een ondersoort van Telmachromis Vittatus. De soort komt alleen voor in het Tanganyika meer aan de kust met Zaire, Kapampa, Zamiba, Cape Chaitika in overgangszones op een diepte van 5 tot 20 meter en in de buurt van rotsen. De langgerekte lichaamsvorm lijkt op die van Julidochromis. Het gedrag lijkt echter meer op die van andere Lamprologus soorten. Net als andere Lamprologines, hebben ze relatief lange tanden die worden gebruikt om micro-organismen van rotsen te schrapen. De soort wordt maximaal 7 tot 8 cm. Geslachtsonderscheid is moeilijk waarneembaar. Mannetjes zouden iets groter en slanker zijn. Om een koppel te vormen kan het beste een groep jongen dieren worden gekocht. Is een koppel eenmaal gevormd dan kunnen de overige dieren worden uitgevangen.

Beschrijving Deze soort is vreedzaam en timide. Mannetjes zijn wel agressief naar elkaar toe. Houd ze daarom als koppel. Het zijn rotsbewoners die de gehele bak doorgaan om te fourageren. Combineer deze soort daarom liever niet met sterk territoriale en te agressieve medebewoners. Het vrouwtje zoekt een hol of een slakkenhuis om af te zetten en daarna in te verblijven. Het is spectaculair om te zien hoe het mannetje met wilde capriolen door de bak danst om het vrouwtje het hof te maken. Er wordt gezegd dat mannetjes met de door de dans veroorzaakte schokgolven direct indruk maken op de vrouw

Het Aquarium

Deze soort kan als koppel al in een klein aquarium worden gehouden. Alleen in een grotere bak zijn meerdere koppels mogelijk. Vanwege de gelijkenis in lichaamsvorm is het niet aan te raden om deze soort samen te houden met Julidochromis. In een beperkte ruimte delft deze soort direct het onderspit. Daarnaast is in aquaria het ontstaan van hybriden gerapporteerd. Combineren met slakkenhuiscichliden kan alleen als er ruimte is om daarvoor afgescheiden ruimten aan te bieden. Anders ontstaat er concurrentie om slakkenhuizen, waarbij deze soort het onderspit delft. Slakkenhuizen zijn aan te raden, maar niet noodzakelijk. Ook andere holen worden gebruikt.

Dieet

Eet in de natuur kleine kreeftachtigen. Diepvriesvoer en droogvoer wordt zonder problemen gegeten. Een plantaardig bestanddeel (Spirulina) mag niet ontbreken

Kweek

De eitjes worden afgezet tegen de muur of plafond van een hol of slakkenhuis. Na het afzetten verblijft het vrouwtje in het hol. De nesten bevatten zo’n 50 jongen per keer. De jongen kunnen worden grootgebracht met kleine pekelkreeftjes of micro droogvoer. Als de jongen vrijzwemmen verliest het koppel snel interesse in de broedzorg. Deze jongen worden wel langdurig in de buurt van het territorium getolereerd. Na verloop van tijd zwerven de jongen uit.

Video

Auteur

Patrick de Pijper

Copyright foto’s

Patrick de Pijper