Opstart nieuw aquarium

Het opzetten van een nieuw aquarium

Veel beginnende aquarianen raken gedesillusioneerd door regelmatige sterfgevallen onder hun vissen na een nieuw aquarium te hebben opgezet. Statistisch gezien sterft 60% van de vissen die aan beginnende aquarianen worden verkocht voor een nieuw aquarium binnen de eerste 30 dagen. Beter bekend als “het nieuwe aquarium syndroom” worden deze vissen vergiftigd door hoge gehaltes aan ammoniak die vrijkomen uit ontlasting, dode dieren en planten, teveel aan voedsel, bacteriën en ander organisch materiaal. Daarbij komt nog de ammoniak die direct door de vissen wordt uitgescheiden.

In een aquarium wordt ammoniak geoxideerd door nitrificerende bacteriën tot nitriet, dat ook giftig is. Daar na wordt het nitriet omgezet in nitraat, wat minder giftig is, in een proces genaamd “de cyclus van de nitrificatie”. Daarom is het verkrijgen en onderhouden van een gezonde populatie nitrificerende bacteriën, die in staat zijn de hoeveelheden ammoniak te verlagen, kritiek om succesvol vissen in een nieuw aquarium uit te kunnen zetten. Wanneer de juiste bacteriën niet aanwezig zijn of fysisch-chemische condities niet worden onderhouden, zal het nitrificatieproces niet adequaat functioneren. Dit kan leiden tot een opeenhoping van het giftige ammoniak en/of nitriet. Wanneer dit gebeurt, zullen de vissen gestrest raken en mogelijk doodgaan.

Grafiek afbraak van afvalstoffen aquarium
Grafiek afbraak van afvalstoffen aquarium

Uitleg bij de afbeelding:
Het gehalte aan ammoniak zal in een nieuw aquarium 7-8 dagen stijgen, voordat het niveau weer zal dalen. Het is over het algemeen niet voor de 11e of 12e dag dat de hoeveelheid ammoniak zakt onder de 0,1 mg/L. Nitrietconcentratie in dezelfde nieuwe opzet kan oplopen tot concentraties van bijna 10 mg/L. Verder kan de nitrietconcentratie enkele weken hoog blijven. Meestal zal de nitrietconcentratie niet onder 0,1 mg/L zakken voor 25 tot 30 dagen na de start.

Ammoniak is bij lage waardes al giftig en moet daarom verwijderd worden met dezelfde snelheid als waarmee het wordt geproduceerd om een goede waterkwaliteit te houden en blootstelling eraan voor de vissen te voorkomen. De LC50 (de fatale concentratie waarbij 50% van de vissen sterft) bij korte tijd – 48-96 uur – voor regenboogvissen ligt tussen de 0,57 en 0,75 mg/L. Alle jonge regenboogvissen (Melanotaenia splendida, 34-40 mm) die aan deze concentraties werden blootgesteld gingen dood.

Nitrietvergiftiging

Nitrietvergiftiging kan ook tot problemen leiden in nieuw opgezette aquaria. Wanneer vissen binnen 12 tot 15 dagen na de start van het aquarium doodgaan, is de kans groot dat dit komt door te hoge nitrietconcentraties en niet door te hoge ammoniakconcentraties. De tolerantie voor nitriet is erg soortafhankelijk, hoewel er niet heel veel informatie beschikbaar is over de gevoeligheid van regenboogvissen voor stijgende nitrietconcentraties. Waterwissels van 25% elke 2 tot 3 dagen gedurende de eerste 3 weken moeten hoge nitrietconcentraties verminderen.

Het wordt algemeen aanbevolen dat ammoniak- en nitrietconcentraties op de lange termijn nul moeten zijn bij het gebruiken van de gewone testsets welke in de dierenwinkel verkrijgbaar zijn. De aanwezigheid van één van beide is een indicatie dat er iets in het systeem uit balans is en dat er actie moet worden ondernomen. Wanneer lage concentraties van deze stoffen aanwezig zijn, kunnen deze chronische problemen veroorzaken en de vatbaarheid voor ziektes vergroten.

Groei bacteriën na opstart of herstart

Wanneer een aquarium wordt opgestart of wordt herstart na een grondige schoonmaak, gaat er enige tijd overheen voordat de bacteriecultuur tot stand is gekomen. Bacteriën zijn overal aanwezig en vermeerderen zich in verbazingwekkende snelheid. Veel van deze bacteriën leven in biofilms welke op alle oppervlakken, en vooral in een biologisch filter, aanwezig zijn, maar ze zijn ook aanwezig in de waterkolom. Gedurende de tijd waarin de bacteriecultuur zich ontwikkeld kunnen ammoniakconcentraties erg hoog worden. Dit is een kritieke tijd in het aquarium, omdat ammoniak sneller kan worden geproduceerd dan het wordt verwijderd. Enkele dagen nadat de piek bereikt is, zullen ammoniakconsumerende bacteriën het ammoniak omzetten in nitriet. Wanneer de ammoniakconcentratie begint te zakken, zal de nitrietconcentratie beginnen te stijgen. Dit zal enkele dagen duren tot de nitrietconsumerende bacteriën zich voldoende hebben ontwikkeld en het nitraat om gaan zetten in het relatief onschuldige nitraat. Deze cyclus wordt ook de nitraatcyclus genoemd.

Het is niet van het uiterste belang dat u het metabolisch proces begrijpt, wel dat u bacteriën kunt gebruiken om de cyclus op te starten en te onderhouden. Hoewel enige kennis van de belangrijkste stappen in de cyclus en het effect dat het heeft op de waterkwaliteit wel zijn nut heeft. De gevorderde aquariaan zal zich het belang wel realiseren om snel de nitraatcyclus op gang te krijgen en de stress op de aquariumbewoners te beperken.

nitraatcyclus in het aquarium
nitraatcyclus in het aquarium

Uitleg bij de afbeelding
De nitraatcyclus in het aquarium staat hierboven afgebeeld. De twee processen in de nitraatcyclus die in het aquarium van belang zijn, zijn nitrificatie (afgebeeld in groen) en denitrificatie (afgebeeld in rood). Ammoniak wordt geoxideerd tot nitriet en dan tot nitraat door een serie van biochemische reacties welke nitrificatie worden genoemd. Denitrificatie is vooral een reductie van nitraat tot stikstofgas door anaerobe bacteriën.

Het wordt vaak gezegd dat de nitraatcyclus op gang gebracht kan worden door ammoniak aan het aquariumwater toe te voegen (zoals ammoniumchloride), voordat er vis in het aquarium wordt uitgezet. Er wordt gedacht dat door het toevoegen van ammoniak de bacteriën zich sneller zullen vermeerderen, wat de tijd van het opstarten kan verkorten. Het toevoegen van ammoniumchloride kan de opstarttijd echter dramatisch verlengen. Soms tot wel 50 tot 60 dagen.

Het kan gunstig zijn om de cyclus vooraf op te starten. Dit kan worden gedaan door het aquarium te enten met een startportie bacteriën. Het enten van het aquarium kan een positief effect hebben op het nitrificatieproces en de stabiliteit daarvan. Nitrificerende bacteriën zijn normaal gesproken veelvuldig aanwezig in het bodemsubstraat en filtersubstraat van draaiende aquaria; veel hobbyisten gebruiken een kleine hoeveelheid van dit materiaal om het nieuwe aquarium te enten. De ervaring leert dat het enten van een filter met materiaal uit een draaiend filter de opstarttijd significant kan verkorten. Onderzoeken hebben uitgewezen dat het enten van zoetwatersystemen met 3% nat filtermateriaal van een draaiend filter de opstarttijd met 48% kan verkorten. Het toevoegen van 10% ingedraaid filtermateriaal kan de opstarttijd verkorten naar 4 tot 7 dagen, in vergelijking met 20 tot 25 dagen die het normaal gesproken kost. Een groot nadeel aan het enten van een nieuw te starten aquarium met ingedraaid filtermateriaal is dat er mogelijk ook ziektes met dit materiaal over kunnen komen.

Commerciële bacterie producten

Tegenwoordig zijn er veel commerciële producten te koop die beweren voor dit doel bruikbaar te zijn. De resultaten van deze commerciële bacterieculturen variëren echter. Men moet de aard van de producten goed begrijpen, wat meestal niet op het etiket staat of niet door de fabrikant wordt begrepen. Sommige commerciële producten bevatten een bacteriesoep, terwijl andere een ammoniakgebaseerde samenstelling hebben. Sommige bacteriële producten worden nogal eens overschat, sommige claims zijn onjuist.

Als alternatief voor deze versnelde opstarttijd kan men gefaseerd vissen uitzetten. Wanneer het aquariumwater stabiel is, kan het visbestand worden uitgebreid. De bacteriecultuur zal groeien op het afval dat door dieren en planten wordt geproduceerd. Hierdoor zal er en een evenwicht tot stand komen tussen de hoeveelheid geproduceerd afval en de bacteriepopulatie. Een stijging in afval zal resulteren in een groei van de bacteriepopulatie, maar deze reactie is niet onmiddellijk. Die reactie heeft tijd nodig om zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Wanneer de bacteriepopulatie de hoeveelheid geproduceerd ammoniak aankan, kan het visbestand wederom uitgebreid worden. Wanneer deze methode gebruikt wordt, is het aan te raden om gedurende de eerste 15 dagen elke 3 dagen ongeveer 15% van het water te verversen. Op deze manier zijn er geen problemen te verwachten. Om de maximale hoeveelheid ammoniak te verkleinen dient men voorzichtig te zijn met overvoeren.

Tot op heden werd aangenomen dat biofiltratie in het aquarium voornamelijk te danken was aan de bacteriën van het geslacht Nitrosomonas en Nitrosospira. In recente studies werd echter het bestaan van een unieke ammoniak-oxiderende Archaea (een bacterie-achtig organisme) ontdekt, welke tot het Archea-domein behoort. Nieuw onderzoek wijst uit dat archaea die in staat zijn tot ammoniakoxidatie veelvuldig voorkomen in zout- en zoetwatersystemen. De fylogenetische diversiteit en soortenrijkdom van ammoniakoxiderende archaea en bacteriën werden onderzocht in een aquariumbiofiltratiesysteem. De resultaten wezen uit dat de soortenrijkdom van ammoniakoxiderende archaea groter is dan die van ammoniakoxiderende bacteriën. De relevantie van amoniakoxicerende archaea in het aquarium blijft vooralsnog echter onbekend. De heterotrofe bacteriën, algen en schimmels vertonen ook nitrificerende activiteiten, maar in een langzamer tempo dan nitrificerende bacteriën. Hieruit blijkt wel dat het proces van nitrificatie veel complexer is dan in de meeste aquariumboeken staat beschreven.

Het is het beste om geen vissen uit te zetten in nieuw opgezette aquaria tot de biologische cyclus zich heeft gestabiliseerd en ammoniak- en nitrietniveaus nul zijn. De tijd waarin dit gebeurt verschilt per aquarium, maar over het algemeen is het veilig om na 21 tot 28 dagen na de opstart vissen uit te zetten. Het is wel aan te raden dit proces met testsets te volgen. Alle hobbyisten zouden een testset voor ammoniak en nitriet moeten hebben en weten hoe deze te gebruiken. U moet in staat zijn de waterkwaliteit te controleren en problemen te corrigeren wanneer deze voorkomen.

Bezettingsdichtheid

De bezettingsdichtheid (de hoeveelheid watervolume welke voor een enkele vis beschikbaar is) is een belangrijke gezondheidsfactor. Helaas willen veel mensen die beginnen met een aquarium zo veel mogelijk vissen houden. Het merendeel van de problemen die ontstaan komen voor uit een dergelijke overbezetting. Grote hoeveelheden vis in de relatief kleine omgeving van een aquarium leidt vaak tot verminderde groei, slechte gezondheid en een kortere levensduur. Dit komt door de gereduceerde zuurstofniveaus en verhoogde niveaus van giftige stoffen als ammoniak en nitriet.

Hoewel er vele wiskundige formules zijn om de maximale bezettingsdichtheid van een aquarium te berekenen zijn deze in feite overbodig. Het onderhouden van de waterkwaliteit is de beste methode om de bezettingsdichtheid te bepalen. Begin met een klein aantal vissen en controleer de waterkwaliteit op ammoniak, nitriet en pH. Geleidelijk kunnen er meer vissen uitgezet worden, waarbij het visbestand met de maanden langzaam groeit naarmate het aquarium zich ontwikkelt. Uiteindelijk zijn het uw observaties en testresultaten die moeten bepalen wat een veilige hoeveelheid vis is voor uw unieke situatie. Het belangrijkste is om niet te veel vissen tegelijkertijd uit te zetten in het aquarium.

Bron: Adrian R. Tappin – Home of the Rainbowfish
Vertaling: Erik Smits

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoekfilter

zoekfilter

Nieuws, Updates en Acties

Wil je op de hoogte gehouden worden van Nieuws, Updates en Acties op de AquaInfo website? Schrijf je dan hieronder in!